Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ton
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baton batons
verkleinwoord batonnetje batonnetjes

Zelfstandig naamwoord

de batonm

  1. (muziekinstrument) stokje dat een dirigent bij het dirigeren hanteert
    • Sommige dirigenten gebruiken liever geen baton. 
  2. (militair) met stof bekleed metalen staafje dat in plaats van een onderscheiding op een uniform wordt gedragen
  3. aan beide uiteinden verzwaard staafje waarmee een majorette kan jongleren
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
baton batons

Zelfstandig naamwoord

baton

  1. (muziekinstrument): dirigeerstok
Synoniemen