Taktstock

Ein Taktstock

Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Takt·stock

Zelfstandig naamwoord

Taktstock m

1. (muziekinstrument): dirigeerstok

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	der Taktstock	die Taktstöcke
genitief	des Taktstock(e)s	der Taktstöcke
datief	dem Taktstock	den Taktstöcken
accusatief	den Taktstock	die Taktstöcke