muziekinstrument
- IPA: / myˈzikɪnstryˌmɛnt / (5 lettergrepen)
- Geluid: muziekinstrument (hulp, bestand)
- IPA: /myˈzikˌɪnstrymɛnt/
- mu·ziek·in·stru·ment
- samenstelling van muziek en instrument
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muziekinstrument | muziekinstrumenten |
verkleinwoord | muziekinstrumentje | muziekinstrumentjes |
het muziekinstrument o
- (muziek) instrument om muziek mee te spelen
- Jan koos voor een gitaar toen hij een muziekinstrument mocht kiezen.
- aerofoon (luchtklinker)
- chordofoon (snaarklinker)
- elektrofoon (elektronisch geluid)
- idiofoon (zelfklinker)
- membranofoon (velklinker)
1. instrument om muziek mee te spelen
- Het woord muziekinstrument staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muziekinstrument" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be