oorkonde
- oor·kon·de
- In de betekenis van ‘schriftelijk bewijsstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1237.[1]
- erfwoord: Middelnederlands o(o)rconde ‘getuigenis, bekendmaking die van een instantie uitgaat; loon voor een getuigenisʼ, afleiding uit erkennen ‘erkennen, leren kennen’.[2] Evenzo afgeleid zijn Nederduits Oorkunn ‘officieel geschrift’ en Duits Urkunde ‘rechtskrachtige akte’.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorkonde | oorkonden oorkondes |
verkleinwoord | - | - |
de oorkonde v
- (oorkondeleer, diplomatiek) bezegelde en in tegenwoordigheid van meerdere getuigen ondertekende schriftelijke akte die bekendheid gaf van een rechtsfeit of -handeling
- Ceremonieel, gekalligrafeerd document waarin eer wordt betoond en dat wordt overhandigd aan een gewaardeerd persoon
- ▸ René Eggink (19) en Thomas Olsman (18) redden eind vorig jaar een drenkeling uit het kanaal in Vroomshoop. Een half jaar later krijgt het duo een oorkonde voor die heldendaad. Vinden ze mooi. „Maar het had niet gehoeven. Zoiets doe je gewoon.”[3]
1. rechtskrachtig door getuigen bevestigd bewijsstuk, stammend uit de middeleeuwen
- Het woord oorkonde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oorkonde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "oorkonde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ oorkonde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Ron Hemmink“René (19) en Thomas (18) uit Westerhaar redden man uit kanaal: ‘Vrij normaal dat je iemand helpt’” (08-06-2020), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be