erkennen
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘inzien’ voor het eerst aangetroffen in 1376 [1]
- afleiding van met het voorvoegsel er- en kennen [2]
Woordafbreking
- er·ken·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erkennen |
erkende |
erkend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
erkennen
- overgankelijk inzien, toegeven
- Hij kan niet tegen zijn verlies en wou niet erkennen dat hij verloren had.
- overgankelijk als wettig, echt, juist aanvaarden
- Servië erkent Kosovo niet als zijnde een onafhankelijk land.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. inzien, toegeven
2. als wettig, echt, juist aanvaarden
Gangbaarheid
- Het woord erkennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "erkennen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "erkennen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ erkennen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be