• er·ken·de
vervoeging van
erkennen

erkende

  1. enkelvoud verleden tijd van erkennen
    • Ik erkende. 
    • Jij erkende. 
    • Hij, zij, het erkende. 
  2. verbogen vorm van erkend, voltooid deelwoord van erkennen

erkende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van erkend