• er·ken
vervoeging van
erkennen

erken

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erkennen
    • Ik erken. 
  2. gebiedende wijs van erkennen
    • Erken! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erkennen
    • Erken je? 


  • er·ken
stellend vergrotend overtreffend
erken daha erken en erken

erken

  1. vroeg

erken

  1. vroeg