brief
- brief
- In de betekenis van ‘geschreven boodschap’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- Middelnederlands ‘geschrift, oorkonde’, ontwikkeld uit laat-Oergermaans *brēva- ‘brief, document’, ontleend aan Volkslatijns *brēve, gesubstantiveerd uit klassiek Latijn brevis ‘kort’. De oorspronkelijke betekenis was dus "korte (schriftelijke) mededeling". [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brief | brieven |
verkleinwoord | briefje | briefjes |
de brief m
- (communicatie), (letterkunde) een (traditioneel op papier) geschreven bericht van een persoon naar een ander, meestal in een omslag per post verzonden
- Je moet nog een brief naar Tessa sturen.
- Er worden steeds minder brieven geschreven sinds er e-mail is.
- ▸ Na veel gepeins besloot ik een lange brief vol ervaringen, waarden en suggesties te schrijven aan mijn kinderen. Allemaal lessen die ik in mijn korte leven had geleerd en die mij hadden geholpen. Wellicht zouden zij er ook wat aan hebben in de toekomst of in ieder geval hun vader beter kunnen begrijpen.[3]
|
- doorbrieven, overbrieven, rondbrieven, tekstsoort
- envelop, omslag
- briefhoofd, aanhef, afsluiting, postscriptum, bijlage
- Dat geef ik je op een briefje
Ik kan je met zekerheid zeggen dat het zo is
1. verzonden geschreven boodschap
|
|
vervoeging van |
---|
briefen |
brief
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van briefen
- Ik brief.
- gebiedende wijs van briefen
- Brief!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van briefen
- Brief je?
- Het woord brief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brief" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "brief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ brief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: brief (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /brif/
brief
enkelvoud | meervoud |
---|---|
brief | briefs |
brief
- overzicht, resumé
- (juridisch) conclusie van eis
- (religie) breve [2]
- (luchtvaart) vlieginstructie
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to brief |
he/she/it | briefs |
verleden tijd | briefed |
voltooid deelwoord |
briefed |
onvoltooid deelwoord |
briefing |
gebiedende wijs | brief |
brief
- overgankelijk instrueren, voorlichten
- overgankelijk voorbereiden (door zich in te lezen e.d.)