• let·ter
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schriftteken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
  • afgeleid van het Franse lettre [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord letter letters
verkleinwoord lettertje lettertjes

de letterv / m

  1. (taalkunde) een teken om in geschreven taal een klank van de gesproken taal weer te geven
  2. (juridisch) letter van de wet: de heel precieze tekst van een wet
     Dat de letter van de wet ongeveer dezelfde visie op seks uitdrukte als de katholieke kerk was uiterst merkwaardig.[3]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]


letter

  1. letter


  • let·ter

letter

  1. tegenwoordige tijd van lette

letter, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van lette


letter

  1. letter
  2. brief


letter

  1. letter


  • let·ter
Naar frequentie 6677

letter

  1. tegenwoordige tijd van lette

letter, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van lette


  • let·ter

letter

  1. verouderde spelling of vorm van letar tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief meervoud van lett, v

letter

  1. verouderde spelling of vorm van leter tot 2012
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief meervoud van lett, v