Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil·let·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeilletter zeilletters
verkleinwoord zeillettertje zeillettertjes

Zelfstandig naamwoord

de zeilletterv / m

  1. (scheepvaart) de letter(s) in het grootzeil waarmee de nationaliteit van een zeilschip aangegeven wordt
    • De zeilletters van dat zeilschip waren niet duidelijk te zien. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid