• lief·des·brief
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘minnebrief’ voor het eerst aangetroffen in 1935 [1]
  • samenstelling van  liefde  en  brief  met het invoegsel -s-  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord liefdesbrief liefdesbrieven
verkleinwoord liefdesbriefje liefdesbriefjes

de liefdesbriefm

  1. brief die gestuurd wordt aan een geliefde en waarin men van zijn liefde blijk geeft
    • Het nieuwe, alweer tiende seizoen van de KRO-NCRV kijkcijferhit Boer zoekt Vrouw begint op zondagavond 16 september. Tijdens de uitzending wordt duidelijk hoeveel liefdesbrieven de zeven, naar een relatie hunkerende boeren en drie vrijgezelle boerinnen die meedoen, hebben gekregen. [3] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]