liefdesbrief
- lief·des·brief
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘minnebrief’ voor het eerst aangetroffen in 1935 [1]
- samenstelling van liefde en brief met het invoegsel -s- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liefdesbrief | liefdesbrieven |
verkleinwoord | liefdesbriefje | liefdesbriefjes |
de liefdesbrief m
- brief die gestuurd wordt aan een geliefde en waarin men van zijn liefde blijk geeft
- Het nieuwe, alweer tiende seizoen van de KRO-NCRV kijkcijferhit Boer zoekt Vrouw begint op zondagavond 16 september. Tijdens de uitzending wordt duidelijk hoeveel liefdesbrieven de zeven, naar een relatie hunkerende boeren en drie vrijgezelle boerinnen die meedoen, hebben gekregen. [3]
1. brief waarin men zijn liefde betuigt
- Het woord liefdesbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liefdesbrief" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "liefdesbrief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ liefdesbrief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia Tom Tates 20-08-18 Yvon Jaspers: Liefdeszoektocht nieuwe boeren 'zwoel en verrassend'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be