briefschrijfster
  • brief·schrijf·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord briefschrijfster briefschrijfsters
verkleinwoord

de briefschrijfsterv

  1. vrouw die regelmatig brieven schrijft
     Briefschrijfster van beroep.[1]
  2. vrouw die een bepaalde brief heeft geschreven
     De politie heeft vorige week een anonieme brief gekregen van iemand die schrijft dat ze de moeder is van de baby die vorige week is achtergelaten in Breda. Wat er precies in de brief staat, wordt niet bekendgemaakt. De politie is op zoek naar de briefschrijfster en vraagt haar om opnieuw contact op te nemen.[2]
  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  2.   Weblink bron “Anonieme brief van 'moeder' van vondeling Breda” (10-03-2015), NOS