• mis·si·ve
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘brief’ voor het eerst aangetroffen in 1467 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord missive missiven
missives
verkleinwoord missivetje missivetjes

de missivev / m [3]

  1. een officiële schriftelijke mededeling waarvan een bepaalde stelligheid uitgaat
    • Pierre Alechinsky, overlever van de Cobragroep, vindt zijn ­gerief op rommelmarkten of in ­archieffondsen die hij opkoopt. De diversiteit is alvast overdon­derend: handgeschreven brieven en memo’s, oude kaarten en stadsplannen, ambtelijke missiven, partituren en hotelfacturen, maar ook erotische foto’s, uit de handel genomen bankbiljetten of andere waardepapieren die hun waarde verloren hebben. [4] 
    • Het belang van de gemeenteraadsverkiezingen werd maandagavond tijdens het slotdebat nog eens haarfijn uitgelegd door de acht lijsttrekkers uit Rijssen-Holten. ‘De gemeente krijgt steeds meer bevoegdheden, die bovendien iedereen zullen raken’, zo was de gemeenschappelijke missive. [5] 
  2. ambtelijke brief
    • Chinese journalisten die nieuws brengen in welke vorm dan ook dat nog niet officieel door de overheid is gepubliceerd, kunnen vervolgd worden op grond van de - zeer ruim te interpreteren - wet op de staatsgeheimen. Ook als Chinese journalisten nieuws doorgeven aan buitenlandse (sociale) media, „verraden” zij staatsgeheimen en riskeren zij lange gevangenisstraffen. Alle Chinese journalisten die werkzaam zijn bij oude en nieuwe media moeten contractueel beloven dat zij geen staats- en commerciële geheimen zullen onthullen. Met een missive met deze strekking heeft de Chinese dienst voor pers, publicaties, radio, film en tv gisteren alle Chinese journalisten, ook degenen die werkzaam zijn bij buitenlandse media, gewaarschuwd om zich strikt aan de wet te houden. [6] 
40 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[7]