zeemacht
- zee·macht
- In de betekenis van ‘krijgsmachtonderdeel dat strijdt ter zee’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1670 [1]
- samenstelling van zee en macht [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeemacht | zeemachten |
verkleinwoord |
- (scheepvaart) (militair) krijgsmacht ter zee
- zeemogendheid
1.
- Het woord zeemacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeemacht" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zeemacht" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zeemacht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be