Nederlands

 
[2.1] zilvervis, Brama brama
Uitspraak
Woordafbreking
  • zil·ver·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zilvervis zilvervissen
verkleinwoord zilvervisje zilvervisjes

Zelfstandig naamwoord

de zilvervism

(straalvinnigen) benaming voor verschillende soorten vissen met een heldere metaalkleur
  1. vissen uit de orde Argentiniformes  
  2. zeevissen uit de familie Bramidae  
    1. Brama brama   zilverkleurige vis
       De zilvervis, officieel ‘brama brama’, komt met name voor in de Atlantische Oceaan. Het dier kan een meter lang worden. Zijn bijnaam dankt de vis aan de „mooie zilveren kleur", zegt Visser. De exemplaren die hij aantreft, zijn zo’n 40 centimeter lang.[2]
  3. bepaald soort zeevis Megalops atlanticus  
  4. zoetwatervis, bepaalde variëteit van de goudvis, Carassius auratus  
     Als typisch ‘Chinees’ werd ook de ronde kom met goud- of zilvervis beschouwd.[3]
Synoniemen
Opmerkingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Zilvervissen spoelen aan op Waddeneilanden” (16-12-2009) op rd.nl  
  3.   Weblink bron
    Heimerick M.J. Tromp
    “De Nederlandse Landschapsstijl in de Achttiende Eeuw” (2012), Sidestone Press, Leiden, ISBN 9789088901003, p. 24
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be