zilverberk
- Geluid: zilverberk (hulp, bestand)
- zil·ver·berk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zilverberk | zilverberken |
verkleinwoord | zilverberkje | zilverberkjes |
de zilverberk m
- Betula pendula berk met een zilvergrijze bast
- Het woord zilverberk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Fietsen in het Groningse Westerwolde” (08 aug. 2015), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Volmaakt” (09 mei 2018), De Telegraaf