oosterse grote zilverreiger
- (IPA in voorbereiding)
- oos·ter·se gro·te zil·ver·rei·ger
- verbinding van oosterse, grote en zilverreiger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oosterse grote zilverreiger | oosterse grote zilverreigers |
verkleinwoord | oosters groot zilverreigertje | oosterse grote zilverreigertjes |
de oosterse grote zilverreiger m
- (roeipotigen) Ardea alba modesta een ondersoort van de grote zilverreiger. De vogel werd voor het eerst beschreven door de Britse ornitholoog John Edward Gray in 1831
- Het woord 'oosterse grote zilverreiger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.