Zilveruitjes
  • zil·ver·ui·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord zilverui zilveruien
verkleinwoord zilveruitje zilveruitjes

het zilveruitjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zilverui
  2. (groente) kleine in zuur ingelegde bol van Allium cepa   met een zilverwitte kleur
    (wikidata: zilveruitje  )
    • Wil je daar wat zilveruitjes bij. 
  • Het verkleinwoord is meest gangbare vorm, maar doordat men ook van zilverui is gaan spreken kan het niet meer louter als een zelfstandig verkleinwoord (dim. tant.) worden beschouwd.
97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be