• zil·ver·spar
enkelvoud meervoud
naamwoord zilverspar zilversparren
verkleinwoord zilversparretje zilversparretjes

de zilversparm

  1. (coniferen) benaming voor naaldbomen uit het geslacht Abies  
    • In Europa komen zilversparren voornamelijk in de Alpen en Bohemen en op de Balkan in het wild voor. 
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be