Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart-wit·den·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwart-witdenken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwart-witdenkeno

  1. een drogreden of denkfout waarbij twee alternatieven voorgesteld worden als de enige mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid nog andere zijn
     Sabine Uitslag zei kort na de verkiezingen, toen zij nog niet wist dat ze met voorkeursstemmen was verkozen, dat de PVV ‘geen oplossingen’ biedt. “Wat ik zo triest vind is de polarisatie, het zwart-witdenken.”[1]
     “Dat is dan weer onderdeel van het zwart-witdenken. Er is geen machtig leger in de Gazastrook. Er zijn geen helikopters, geen…” ...en Hamas dan?[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Dissidenten” (27/08/2010), HP de Tijd
  2.   Weblink bron “‘Als de muur valt, zal ik daar bij zijn’” (30/09/2011), HP de Tijd