Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zwart·scheen·doek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartscheendoek zwartscheendoeken
verkleinwoord zwartscheendoekje zwartscheendoekjes

Zelfstandig naamwoord

de zwartscheendoekm

  1. (primaten) Pygathrix nigripes   primaat uit de familie van de apen van de Oude Wereld (Cercopithecidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Henri Milne-Edwards in 1871
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie