primaten
- (IPA in voorbereiding)
- pri·ma·ten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | primaten | |
verkleinwoord |
de primaten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord primaat
- meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Primates van zoogdieren waartoe alle halfapen en apen (waaronder de mens) worden gerekend
- [2] zie de categorie: Primaten in het Nederlands
- [2] apen, chimpansees, gorilla's, halfapen, homo erectus, orang-oetans, spookdiertjes
- Het woord primaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "primaten" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
'
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be