Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·flu·we·len
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen zwartfluwelen

Bijvoeglijk naamwoord

zwartfluwelen

  1. van zwart fluweel vervaardigd
    • Zij droeg een statige zwartfluwelen mantel. 

Gangbaarheid