zwartachtige tekening
  • zwart·ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwartachtig zwartachtiger zwartachtigst
verbogen zwartachtige zwartachtigere zwartachtigste
partitief zwartachtigs zwartachtigers -

zwartachtig [1]

  1. zo donker dat het op zwart lijkt
     Op sommige plaatsen van het lichaam, vooral aan de kop en de poten neigt de kleur meer naar zwartachtig rood.[2]
     „Zijn al jaren papperige huid en de op het laatst opgezwollen gelaatstrekken, gevoegd bij de dikke, zwartachtig verkleurde traanzakjes kwamen steeds zichtbaarder tevoorschijn”, schrijft de Duitse historicus Joachim Fest in zijn boek ”De Ondergang”, dat onlangs ook verfilmd werd.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Diva's aan de Vecht” (03 jul. 2014), De Telegraaf
  3.   Weblink bron
    René Zeeman
    “Hitler sleepte Duitsland bewust mee in zijn ondergang” (30-04-2005), Reformatorisch Dagblad