Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • diep·zwart
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen diepzwart diepzwarter diepzwartst
verbogen diepzwarte diepzwartere diepzwartste
partitief diepzwarts diepzwarters -

Bijvoeglijk naamwoord

diepzwart

  1. heel erg zwart
    • Voor de liefhebbers van landbouwtrekkers is de Fendt 1050 Vario het neusje van de zalm. Het is de grootste trekker in Nederland. Andere merken gaan tot maximaal 400 pk. De zwarte Fendt 1050 Vario die in het buitengebied van Tilligte rondrijdt, is de derde ooit geleverd en de enige in diepzwart. [2] 
     Diepzwart veranderde in donkergrijs. De contouren van de slaapkamer tekenden zich langzaam af.[3]
  2. (figuurlijk) heel droevig of verschrikkelijk
    • Theo Engels van het elektronicaconcern sprak de fans voor het duel met Go Ahead Eagles toe. 'De liefde voor FC Den Bosch die alle fans bindt, wordt bedreigd door een achterbakse vijand die zich schuilhoudt in de massa, vermomd als aanhanger. Hun hart is diepzwart in plaats van helderblauw', zo tekende het Brabants Dagblad op uit de mond van Engels. [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen