Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • git·zwart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gitzwart
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gitzwarto

  1. (RAL-kleur) diepzwarte kleur met RAL-nummer 9005.
    • Heeft u die ook in het gitzwart? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gitzwart gitzwarter gitzwartst
verbogen gitzwarte gitzwartere gitzwartste
partitief gitzwarts gitzwarters -

Bijvoeglijk naamwoord

gitzwart

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur zwart, met RAL-nummer 9005.
    • Hij rijdt in een gitzwarte auto. 
  2. (kleur), bijzonder zwart, zo zwart als git
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be