roodlila
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rood·li·la
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rood en lila
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodlila | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
roodlila o
- (RAL-kleur) een kleur tussen rood en lila met RAL-nummer 4001.
- Heeft u die ook in het roodlila?
stellend | |
---|---|
onverbogen | roodlila |
verbogen | roodlila |
Bijvoeglijk naamwoord
roodlila
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen rood en lila, met RAL-nummer 4001.
- Hij rijdt in een roodlila auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'roodlila' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.