Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil·doek·grijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeildoekgrijs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zeildoekgrijso

  1. (RAL-kleur) een kleur grijs met RAL-nummer 7010.
    • Heeft u die ook in het zeildoekgrijs? 
stellend
onverbogen zeildoekgrijs
verbogen zeildoekgrijze

Bijvoeglijk naamwoord

zeildoekgrijs

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur grijs, met RAL-nummer 7010.
    • Hij rijdt in een zeildoekgrijze auto. 
Vertalingen


Gangbaarheid