basaltgrijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: basaltgrijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·salt·grijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basalt zn en grijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basaltgrijs | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
basaltgrijs o
- (RAL-kleur) een kleur grijs met RAL-nummer 7012.
- Heeft u die ook in het basaltgrijs?
stellend | |
---|---|
onverbogen | basaltgrijs |
verbogen | basaltgrijze |
Bijvoeglijk naamwoord
basaltgrijs
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur grijs, met RAL-nummer 7012.
- Hij rijdt in een basaltgrijze auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'basaltgrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.