turkooisgroen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tur·koois·groen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van turkoois en groen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | turkooisgroen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
turkooisgroen o
- (RAL-kleur) een blauwgroene kleur met RAL-nummer 6016; een blauwgroene kleur zoals die van turkoois.
- Heeft u die ook in het turkooisgroen?
stellend | |
---|---|
onverbogen | turkooisgroen |
verbogen | turkooisgroene |
Bijvoeglijk naamwoord
turkooisgroen
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een blauwgroene kleur, met RAL-nummer 6016.
- Hij rijdt in een turkooisgroene auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'turkooisgroen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.