zuiverwit
![]() |
- zui·ver·wit
- intensiverende samenstelling van zuiver bn en wit bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zuiverwit |
verbogen | zuiverwitte |
zuiverwit
- (dichterlijk) helder, vlekkeloos blank
- ▸ ⧖ De volgende morgen, toen ik in het bed van mijn oudste oom wakker werd - ik had niet eens gemerkt, dat hij in bed was gekomen en ook niet, dat hij er op die eerste Kerstmorgen even vroeg als anders was uitgegaan - lag er dik sneeuw. Ik stond voor het raam en keek naar buiten; de ees helde zuiverwit en afgerond en met de ijlste schaduwen van laag overkantelende kraaien, want er scheen zon.[1]
- ▸ ⧖ Er is, bijvoorbeeld, dit officieele bericht, dat wij van overmorgen af iederen dag en voor iedereen wit, zuiverwit, spierwit brood van niets dan de minst-vermengde tarwebloem krijgen.[2]
- ▸ Ik heb om haar leden bevallig
een zuiverwit kleedje geplooid,
haar schouders een mantel omhangen,
azuur en met sterren bestrooid, (…)[3]
- ↑
Weblink bron Het feest van het kind in: De Nieuwe Stem., jrg. 2 nr. 5 (1947), Van Loghum Slaterus' Uitgeversmaatschappij, Arnhem, p. 291
- ↑
Weblink bron Dagboek van den oorlog (15 februari 1915) in:
Karel van de Woestijne (eds. P.N. van Eyck, P. Minderaa e.a.)Verzameld werk. Deel 8. Het dagelijksch brood II. Dagboeken en brieven over den oorlog 1914-1918. (1950), C.A.J. van Dishoeck, Bussum, p. 324 - ↑
Weblink bron “Blauwe bloemen. : XV. Madonnabeeldje.” (1884), J.L. Beijers, Utrecht, p. 88