signaalzwart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sig·naal·zwart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van signaal en zwart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | signaalzwart | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
signaalzwart o
- (RAL-kleur) een kleur zwart met RAL-nummer 9004.
- Heeft u die ook in het signaalzwart?
stellend | |
---|---|
onverbogen | signaalzwart |
verbogen | signaalzwarte |
Bijvoeglijk naamwoord
signaalzwart
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur zwart, met RAL-nummer 9004.
- Hij rijdt in een signaalzwarte auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'signaalzwart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.