bruingrijs
- Geluid: bruingrijs (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbrœyŋɣrɛis/
- bruin·grijs
- samenstelling van bruin en grijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruingrijs | |
verkleinwoord |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
het bruingrijs o
- (RAL-kleur) een kleur tussen bruin en grijs met RAL-nummer 7013.
- Heeft u die ook in het bruingrijs?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bruingrijs | bruingrijzer | bruingrijst |
verbogen | bruingrijze | bruingrijzere | bruingrijste |
partitief | bruingrijs | bruingrijzers | - |
bruingrijs
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen bruin en grijs, met RAL-nummer 7013.
- Hij rijdt in een bruingrijze auto.
1.
- Het woord bruingrijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.