Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muis·grijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muisgrijs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het muisgrijso

  1. (RAL-kleur) een kleur grijs met RAL-nummer 7005.
    • Heeft u die ook in het muisgrijs? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen muisgrijs muisgrijzer muisgrijst
verbogen muisgrijze muisgrijzere muisgrijste
partitief muisgrijs muisgrijzers -

Bijvoeglijk naamwoord

muisgrijs

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur grijs, met RAL-nummer 7005.
    • Hij rijdt in een muisgrijze auto. 
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be