beigegrijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beigegrijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bei·ge·grijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beige en grijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beigegrijs | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
beigegrijs o
- (RAL-kleur) een kleur tussen beige en grijs met RAL-nummer 7006.
- Heeft u die ook in het beigegrijs?
stellend | |
---|---|
onverbogen | beigegrijs |
verbogen | beigegrijze |
Bijvoeglijk naamwoord
beigegrijs
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen beige en grijs, met RAL-nummer 7006.
- Hij rijdt in een beigegrijze auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'beigegrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.