groenbeige
Nederlands
RAL | |
---|---|
1000 |
Uitspraak
- Geluid: groenbeige (hulp, bestand)
Woordafbreking
- groen·bei·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groen en beige
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groenbeige | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
groenbeige o
- (RAL-kleur) een kleur tussen groen en beige met RAL-nummer 1000; een groenachtige kleur beige.
- Heeft u die ook in het groenbeige?
stellend | |
---|---|
onverbogen | groenbeige |
verbogen | groenbeige |
Bijvoeglijk naamwoord
groenbeige
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen groen en beige, met RAL-nummer 1000.
- Hij rijdt in een groenbeige auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'groenbeige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.