parelmoerblauw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·rel·moer·blauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van parelmoer en blauw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parelmoerblauw | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
parelmoerblauw o
- (RAL-kleur) een kleur blauw met RAL-nummer 5025.
- Heeft u die ook in het parelmoerblauw?
stellend | |
---|---|
onverbogen | parelmoerblauw |
verbogen | parelmoerblauwe |
Bijvoeglijk naamwoord
parelmoerblauw
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur blauw, met RAL-nummer 5025.
- Hij rijdt in een parelmoerblauwe auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'parelmoerblauw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.