zijdegrijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijdegrijs (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zij·de·grijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zijde en grijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijdegrijs | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zijdegrijs o
- (RAL-kleur) een kleur grijs met RAL-nummer 7044.
- Heeft u die ook in het zijdegrijs?
stellend | |
---|---|
onverbogen | zijdegrijs |
verbogen | zijdegrijze |
Bijvoeglijk naamwoord
zijdegrijs
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur grijs, met RAL-nummer 7044.
- Hij rijdt in een zijdegrijze auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'zijdegrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.