mosgroen
- mos·groen
- samenstelling van mos en groen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mosgroen | |
verkleinwoord |
het mosgroen o
- (RAL-kleur) een kleur groen met RAL-nummer 6005.
- Heeft u die ook in het mosgroen?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mosgroen | mosgroener | mosgroenst |
verbogen | mosgroene | mosgroenere | mosgroenste |
partitief | mosgroens | mosgroeners | - |
mosgroen
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur groen, met RAL-nummer 6005.
- Hij rijdt in een mosgroene auto.
- ▸ Ondertussen was de herfst in Washington overal zichtbaar om me heen en op de heuvels zag je een lappendeken aan kleuren: rode herfstbladeren, weelderige okergele weiden, mosgroene bossen, turquoise meren en verse witte bergpieken.[1]
1.
- Het woord mosgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mosgroen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be