mintgroen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mint·groen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mint en groen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mintgroen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mintgroen o
- (RAL-kleur) een kleur groen met RAL-nummer 6029.
- Heeft u die ook in het mintgroen?
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mintgroen | mintgroener | mintgroenst |
verbogen | mintgroene | mintgroenere | mintgroenste |
partitief | mintgroens | mintgroeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
mintgroen
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur groen, met RAL-nummer 6029.
- Hij rijdt in een mintgroene auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord mintgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mintgroen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be