zalmrood
Nederlands
zalmrood
Uitspraak
Woordafbreking
- zalm·rood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zalm zn en rood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zalmrood | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zalmrood o
- (RAL-kleur) oranjerode kleur met RAL-nummer 3022
- Heeft u die ook in het zalmrood?
stellend | |
---|---|
onverbogen | zalmrood |
verbogen | zalmrode |
Bijvoeglijk naamwoord
zalmrood
- (RAL-kleur) een oranjerode kleur hebbend, met de kleur RAL 3022
- Hij rijdt in een zalmrode auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'zalmrood' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.