Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oker·geel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord okergeel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het okergeelo

  1. (RAL-kleur) een kleur geel met RAL-nummer 1024; een gele kleur zoals die van gele oker.
    • Heeft u die ook in het okergeel? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen okergeel okergeler okergeelst
verbogen okergele okergelere okergeelste
partitief okergeels okergelers -

Bijvoeglijk naamwoord

okergeel

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur geel, met RAL-nummer 1024.
    • Hij rijdt in een okergele auto. 
     Ondertussen was de herfst in Washington overal zichtbaar om me heen en op de heuvels zag je een lappendeken aan kleuren: rode herfstbladeren, weelderige okergele weiden, mosgroene bossen, turquoise meren en verse witte bergpieken.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be