Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwart·grijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwartgrijs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwartgrijso

  1. (RAL-kleur) een kleur tussen grijs en zwart met RAL-nummer 7021.
    • Heeft u die ook in het zwartgrijs? 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwartgrijs zwartgrijzer zwartgrijst
verbogen zwartgrijze zwartgrijzere zwartgrijste
partitief zwartgrijs zwartgrijzers -

Bijvoeglijk naamwoord

zwartgrijs

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur tussen grijs en zwart, met RAL-nummer 7021.
    • Hij rijdt in een zwartgrijze auto. 
Vertalingen

Gangbaarheid