signaalrood
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: signaalrood (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sig·naal·rood
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van signaal en rood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | signaalrood | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
signaalrood o
- (RAL-kleur) een kleur rood met RAL-nummer 3001.
- Heeft u die ook in het signaalrood?
stellend | |
---|---|
onverbogen | signaalrood |
verbogen | signaalrode |
Bijvoeglijk naamwoord
signaalrood
- (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur rood, met RAL-nummer 3001.
- Hij rijdt in een signaalrode auto.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'signaalrood' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.