Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zui·ver·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuivergroen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zuivergroeno

  1. (RAL-kleur) een kleur groen met RAL-nummer 6037.
    • Heeft u die ook in het zuivergroen? 
stellend
onverbogen zuivergroen
verbogen zuivergroene

Bijvoeglijk naamwoord

zuivergroen

  1. (RAL-kleur) deze kleur hebbend, een kleur groen, met RAL-nummer 6037.
    • Hij rijdt in een zuivergroene auto. 
Schrijfwijzen
Vertalingen


Gangbaarheid