zwartmaken
- Geluid: zwartmaken (hulp, bestand)
- zwart·ma·ken
- samenstelling van zwart en maken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwartmaken |
maakte zwart |
zwartgemaakt |
zwak -t | volledig |
zwartmaken
- overgankelijk iemand van laakbare daden beschuldigen
- De koningin heeft nog nooit iemand zwartgemaakt.
- ▸ Woensdag trad Obama voor het eerst publiekelijk naar buiten als elder statesman. In een Zoom-verbinding met niet-witte jongeren sloeg hij een volstrekt andere toon aan dan Trump, die zich vooral heeft beperkt tot dreigementen en het zwartmaken van betogers als links tuig.[1]
- ▸ Op vrijdag had Morton Leo zwartgemaakt omdat hij hen in de steek zou hebben gelaten, niet andersom.[2]
- met verf een zwarte kleur geven
- ▸ ) Ze observeerde hen en af en toe keken zij haar kant op, en de blikken in hun zwartgemaakte ogen vielen niet te begrijpen.[3]
- [1] lasteren, denigreren
- Het woord zwartmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwartmaken" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Weblink bron Theo Koelé“De maat is vol, Obama keert zich tegen zijn opvolger Trump” (4 juni 2020), de Volkskrant
- ↑ Amanda Block“De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
- ↑ Jesse Ball“Het duikersspel” (2020), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021417974
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be