zwartbuik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwartbuik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwart·buik

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwart  en  buik zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwartbuik	zwartbuiken
verkleinwoord	zwartbuikje	zwartbuikjes

Zelfstandig naamwoord

de zwartbuik m

1. dier met een zwarte buik

Afgeleide begrippen

   

zwartbuikagoeti zwartbuikamarant zwartbuikboomklever zwartbuikcotinga zwartbuikdikbekje zwartbuikdraadkolibrie zwartbuikfluiteend zwartbuikgaasvlieg zwartbuikglansspreeuw zwartbuikhamster zwartbuikhelmspecht zwartbuikkoekoek zwartbuikkolibrie zwartbuikmalkoha zwartbuikmiersluiper zwartbuikmuggeneter zwartbuikpijlstormvogel zwartbuikrupsvogel zwartbuikstern zwartbuikstormvogeltje zwartbuiktangare zwartbuiktrap zwartbuikwespbij zwartbuikwever zwartbuikwinterkoning zwartbuikwoelmuis zwartbuikzandhoen

Gangbaarheid

• Het woord 'zwartbuik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.