voegwoorden en verwanten

bewerken
voegwoorden voorzetsels
nevenschikkend onderschikkend voorzetsel..te+infinitiefO
nevenschikking en onderschikking dat
keuze of twijfel of
tegenstelling maar
doch
tegenstelling ofschoon
hoewel
schoon
doel opdat doel om..te+infinitief teneinde..te+infinitief
oorzaak of reden want oorzaak doordat middel door..te+infinitief
reden omdat
oorzaak of reden daar
vermits
conclusie of gevolg dusB gevolg zodat2
waardoor2
voorwaarde als
wanneer
indien
mits
uitsluiting tenzij vermijding zonder..te+infinitief
tijd voordat
voor
volgorde alvorens..te+infinitief
totdat
tot
opeenvolging niet..of zodra
als
wanneer
terwijl
zolang
sinds
nadat
na..te hebbenZ +voltooid deelwoord

voorzetsels en verwanten

bewerken

groen=plaats, oranje=richting, blauw=plaats/richting, P=richting door postpositie

van naar aanD inP opP uitP afP
van vanop vanuit
van..uit
vanaf
van..af
voorD van voor
van voren
naar voor
naar voren
vooraan voorin voorop vooruit
voor..uit
vooraf
achter vanachter
van achteren
naar achter
naar achteren
achteraan
achter..aan
achterin achterop achteruit achteraf
boven van boven naar boven bovenaan bovenin bovenop bovenuit
boven..uit
van bovenaf
onder vanonder
van onderen
naar onder
naar onderen
onderaan onderin onderop onderuit
onder..uit
van onderaf
binnenP van binnen naar binnen binnenin van binnenuit
buiten van buiten naar buiten buitenop van buitenaf
tegen tegenaan
tegen..aan
tegenin
tegen..in
tegenop
tegen..op
tussen tussenin
tussen..in
tussenuit
tussen..uit
heen!bw langs af!bw om door over overige
achterheen!bw achterlangs
achter..langs
achteraf!bw achterom!bw
achter..om
binnendoor achterover!bw naast, na, achterna
wegens, vanwege
van, aan
tot, sinds, vanaf, van..af, van..af aan, tot en met, sedert, met, zonder
tijdens, gedurende
omstreeks, omtrent, nabij, bij, ondanks, buiten
onder, vooronder!znw
vanaf, vanachter, vanbinnen, vanboven, vanbuiten, vandaan, vandoor!bw, vanonder, vanuit
doorheen!bw
door..heen
bovenlangs
boven..langs
buitenaf!bw buitenom!bw
buiten..om
onderdoor
onder..door
tegenover
langsheen
langs..heen
onderlangs
onder..langs
vooraf!bw rondom tussendoor
tussen..door
voorover!bw
omheen
om..heen
voorlangs
voor..langs
van onderaf
overheen
over..heen
overlangs!
voorheen!bw

persoonlijk voornaamwoorden

bewerken
ik, 'k, me, mijn, m'n
jij, je, jou, jouw
gij, ge, uw, u, zich
hij, ie, zij, ze, het, 't
zijn, z'n, haar, ze, 'r, d'r, 'm
wij, we, ons, onze, jullie, hen, hun


Taalvaardigheid

nl Deze gebruiker heeft het Nederlands als moedertaal.
en-4 This user speaks English at a near-native level.
de-4 Diese Person hat mit einem Muttersprachler vergleichbare Deutschkenntnisse.
es-2 Este usuario puede contribuir con un nivel intermedio de español.
fr-2 Cette personne peut contribuer avec un niveau intermédiaire de français.
it-1 Questo utente può contribuire con un Italiano di livello semplice.