vanuit
- van·uit
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1626 [1]
- samenstelling van van en uit
vanuit
- een plaats aangevend die als oorsprong fungeert
- Hij opereert vanuit Rotterdam in de gehele Randstad.
- ▸ Het was alsof er meerdere mensen in mijn hoofd meeliepen, iedere stem met een eigen motivatie: soms vanuit mijn ego, soms vanuit mijn verstand en soms vanuit pure angst.[2]
- Het woord vanuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vanuit" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "vanuit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be