van
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- van
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
|
|
Voorzetsel
van
- geeft bezit aan
- Die fiets is van mij.
- geeft herkomst aan
- Hij komt van ver.
- tussenvoegsel in familienamen
- De namen van de voetballers Willem van Hanegem en Franky Van der Elst laten een verschil in schrijfwijze tussen Nederland en Vlaanderen zien.
- quotatief: luidt een citaat of gedachte in (synoniem: "als")
- Ik heb zoiets van: "Nu of nooit!"
Opmerkingen
- [3] Als begin van een persoonsnaam wordt "Van" altijd met een hoofdletter geschreven. In Nederland hoort "van" met een kleine letter te worden geschreven als er voornamen of voorletters aan voorafgaan. Bij mensen van Vietnamese achtergrond kan "Van" ook als zelfstandige naam voorkomen.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- [2] naar en van (zowel aankomend in als vertrekkend uit)
- [2] van en naar (zowel vertrekkend uit als aankomend in)
Uitdrukkingen en gezegden
- met inbegrip van
- naar aanleiding van
- omwille van
- te midden van
- ten aanschouwen van
- ten aanzien van
- ten bate van
- ten bedrage van
- ten behoeve van
- ten gerieve van
- ten gevolge van
- ten huize van
- ten opzichte van
- ten overstaan van
- ter grootte van
- ter wille van
- van achteren kijk je de koe in de kont
- van de blauwe knoop zijn
- van de bok dromen
- van de bovenste plank
- van de gaffel in de greep vallen
- van de hak op de tak springen
- van de prins geen kwaad weten
- van de trap gevallen zijn
- van dik hout zaagt men planken
- van een koude kermis thuiskomen
- van een mug een olifant maken
- van ganser harte
- van gedachte / gedachten wisselen
- van goeden huize
- van haver tot gort
- van heinde en verre
- van hier tot gunter
- van hot naar haar
- van leer trekken
- van likmevestje
- van lotje getikt zijn
- van onderen!
- van overheidswege
- van rechtswege
- van toeten noch blazen weten
- van twee walletjes eten
- van wanten weten
- van zessen klaar
- vanjewelste
Vertalingen
1. geeft bezit aan
2. geeft herkomst aan
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | van | |
persoonlijk | ervan | |
aanwijz. | nabij | hiervan |
veraf | daarvan | |
vragend/betrekk. | waarvan |
Bijwoord
van
- prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
- Hij wist er niets van.
Gangbaarheid
- Het woord van staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "van" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Achterhoeks
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | van | vanne |
Zelfstandig naamwoord
van
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | van | vans |
Zelfstandig naamwoord
van
Voorzetsel
van
Bijwoord
van
Drents
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Engels
Zelfstandig naamwoord
van
Gronings
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Hongaars
Werkwoord
van
Nedersaksisch
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Schrijfwijzen
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ir |
van
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ir
vervoeging van |
---|
irse |
van
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van irse
Sallands
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Stellingwerfs
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /van/
Woordafbreking
- van
Zelfstandig naamwoord
van
Twents
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Urkers
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Veluws
Voorzetsel
van
- van; geeft bezit of herkomst aan
Vietnamees
Werkwoord
van
Zelfstandig naamwoord
van
Westfaals
Voorzetsel
van
- (Münsterlands) (Oostwestfaals) (West-Münsterlands) (Zuidwestfaals) van; geeft bezit of herkomst aan